- Roel Bouwkamp
- 3 dagen geleden
De Canadese klinisch psycholoog, goeroe en Trump-fan Jordan Peterson is met zijn boek ‘Wij worstelen met God’ razend populair in rechtse kringen, met name voor de groep evangelicals, die Trump al sinds 2016 steunen omdat ze hem als een instrument van God zien.
Peterson begint zijn boek met de aloude Christelijke claim dat de Bijbel het ware woord van God is, een samenhangend geheel, dat bij de juiste lezing een universele waarheid onthult. Een waarheid die de ‘intrinsieke morele structuur van de kosmos’ duidelijk maakt en daarmee de eeuwige menselijke waarden. Als wij die volgen doen wij het goede en als wij verzaken doen wij het kwade. Zo keren wij terug naar het idee van de wereld als uitsluitend het strijdperk van goed en kwaad, waar het een het andere moet overwinnen.
In ons boek ‘De gulden middenweg. Evenwichtig leven met tegenpolen’ gaan wij ook uit van het idee van de wereld als een strijdtoneel. Alleen dan niet van polen die elkaar moeten overwinnen, maar van twee, weliswaar tegengestelde, maar in wezen positieve krachten. Daarbij sluiten wij aan bij de Chinese filosofie van het Taoïsme en de Griekse filosofen Heraklites en Empedokles.
Dit polariteitsdenken gaat ervanuit dat tegengestelde krachten onvermijdelijk zijn. Dat de ene kracht niet zonder de ander kan en dat hun eeuwige strijd en onderlinge interacties ook noodzakelijk en fundamenteel positief zijn.
Zo wordt het na de oerknal uitdijende heelal door de werking van centrifugale (middelpuntvliedende) en centripetale (middelpuntzoekende) krachten in een dynamisch evenwicht gehouden.
Maar ook in de organische natuur, of het nu schimmels, planten, dieren of mensen zijn, zien wij dit spanningsveld. Ieder organisme is zowel een levend en samenhangend geheel dat als zodanig autonoom functioneert, als onderdeel van een groter geheel. Als deel streven organismen naar coöperatie en als geheel zijn ze competatief. Beide polen zijn in wezen positief en op zijn tijd nuttig.
In onze ogen bestaat de intrinsieke morele structuur van de kosmos dus niet uit een strijd tussen goed en kwaad volgens Christelijke normen, maar uit een strijd tussen twee wederzijds aanvullende en potentieel conflicterende polen. Waar wij in staat zijn beide polen te verenigen zijn wij positief en constructief bezig, waar wij slechts een of geen van beide polen realiseren, zijn wij beperkt en soms destructief bezig.
In ons boek ‘De gulden middenweg. Evenwichtig leven met tegenpolen’ werken wij dit verder uit. Met behulp van de definitie van het wezen van de mens onderscheiden wij een vijftiental fundamentele dimensies van ons mens-zijn met bijbehorende polariteiten, die allen een eigen moraal en deugd hebben. Deze deugden geven wij weer als opties en niet als normen, zodat wij niet terugvallen tot de oude paternalistische normativiteit, waarin alles of goed of slecht is.