Het internationale humanitaire oorlogsrecht van de Verenigde Naties berust op een humane geweldsmoraal, die berust op twee fundamentele uitgangspunten: oorlog kan niet altijd voorkomen worden (militaire noodzaak), maar de schadelijke gevolgen daarvan moeten zoveel mogelijk beperkt worden (humaniteit). Indien nodig mag het doel van militair ingrijpen zijn de vijand te stoppen, te verzwakken en uit te schakelen, maar niet volledig te vernietigen.
De militaire acties van het Israëlitische leger lijken echter uit te zijn op volledige vernietiging van Hamas in Gaza en Libanon, met alle desastreuze gevolgen voor de Palestijnse bevolking. Het westen reageert bezorgd, maar de Israëlitische regering negeert dat volkomen en gaat onverstoorbaar zijn gang.
Wat hebben wij aan een internationaal oorlogsrecht wanneer een staat zich daar niet aan hoeft te houden en de VS en de EU te bang zijn om sancties uit te voeren door niet langer wapens te leveren en handel op te schorten. Zolang de duiven hun snavel houden, pikken de haviken er lustig op los.
In ons boek ‘De gulden middenweg’ geven wij het internationale oorlogsrecht een filosofisch fundament en beschrijven wij een humane geweldsmoraal, die berust op zowel het humaniteitsprincipe als het geweldsprincipe en die laat zien hoe mensen die twee in evenwicht kunnen houden.